Theater en dans zijn per definitie vergankelijke kunsten: een voorstelling gebeurt live in het moment en verdwijnt zodra het doek valt. In de woorden van performance-theoretica Peggy Phelan: “Performance’s only life is in the present. Performance cannot be saved, recorded, documented… once it does so, it becomes something other than performance” (QUOTES BY PEGGY PHELAN | A-Z Quotes). Toch probeert men sporen van deze niet-tastbare kunstvorm te bewaren. Het archiveren van podiumkunsten is cruciaal gebleken als fundament voor de toekomst en voor ons besef van theater- en dansgeschiedenis (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Ondanks de uitdagingen om iets vluchtigs vast te leggen, investeren gezelschappen – van grote huizen tot amateurgroepen – in het documenteren en bewaren van hun werk voor later. Dit overzicht beschrijft hoe theater- en dansgezelschappen in Vlaanderen en Nederland daarmee omgaan, welke materialen ze bewaren, welke obstakels ze tegenkomen en waarom deze archieven van bredere culturele waarde zijn.
Wat wordt bewaard en hoe?
Professionele gezelschappen hebben in de loop der jaren uitgebreide archieven opgebouwd. In Nederland beheert het Allard Pierson (Universiteit van Amsterdam) bijvoorbeeld de voormalige collectie van het Theater Instituut Nederland (TIN), een schatkamer die bijna een eeuw aan theatererfgoed omvat (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Hierin zitten onder meer 500 theatermaquettes, tienduizenden affiches, zo’n 60.000 theaterteksten (oude en hedendaagse), regieboeken met aantekeningen, plakboeken, ongeveer 50.000 foto’s en een schat aan audiovisueel materiaal (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Ook in Vlaanderen zijn dergelijke documentatiecollecties aangelegd. Het Letterenhuis in Antwerpen verwierf de enorme documentatiecollectie van het Vlaams Theater Instituut (VTi), met brochures, foto’s, opnames en persknipsels van alle theatervoorstellingen in Vlaanderen (Theaterarchieven in het Letterenhuis | Letterenhuis). Deze collectie dekt decennialang zowel professioneel als amateurtheater. Het bewaren van programmafolders, affiches en recensies van elke productie zorgt ervoor dat zelfs kleinschalige en lokale voorstellingen niet in de vergetelheid raken.
Theater- en dansgezelschappen bewaren doorgaans alles wat inzicht geeft in hun creaties. Tekstmateriaal (zoals scripts, regieaanwijzingen, scenario’s) wordt bijna altijd gearchiveerd. Vaak bewaart men meerdere versies: het basisscript, maar ook exemplaren die tijdens repetities van regie- en acteursaantekeningen zijn voorzien. Bij Internationaal Theater Amsterdam (ITA) archiveert men bijvoorbeeld in “blauwe dozen” de scripts van producties met alle aantekeningen van het artistieke team; na afloop van de productie worden die zelfs gedigitaliseerd (gescand) om later makkelijk te kunnen raadplegen bij hernemingen (Schatbewaarders – Theaterkrant). Visueel materiaal is een tweede belangrijke categorie: foto’s van voorstellingen, ontwerptekeningen van decors en kostuums, lichtplots en soms videoregistraties van voorstellingen of repetities. Grotere organisaties maken professionele opname’s van (bijna) elke première. In Vlaanderen laden vele gezelschappen hun videoregistraties op bij meemoo (het Vlaams Instituut voor Media), waar de banden veilig gedigitaliseerd en bewaard worden (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Die digitale kopieën kunnen dan via platforms als hetarchief.be beschikbaar gesteld worden, bijvoorbeeld aan onderwijsinstellingen (Meer theatervoorstellingen in de klas? Ga op zoek op hetarchief.be!). Materiële objecten ten slotte behoren ook tot het erfgoed: kostuums, rekwisieten, maquettes en zelfs volledige decorstukken. Zulke objecten vergen veel opslagruimte en worden daarom selectiever bewaard. Vaak bewaart men representatieve stukken (bijv. iconische kostuums of maskers) of schenkt men ze aan musea. Een illustratief internationaal voorbeeld is het Dansmuseum in Stockholm, dat een unieke collectie authentieke danserfgoed-objecten huisvest: originele kostuums, maskers, poppen, instrumenten en foto’s van dansculturen wereldwijd () (). Dit museum bezit zelfs een van ’s werelds belangrijkste verzamelingen originele Ballets Russes-kostuums (1909–1929) () – tastbare resten van voorstellingen die al lang vervlogen zijn.
Interne archivering vs. externe depot: Sommige gezelschappen onderhouden zelf een intern archief, soms zelfs met een aangestelde archivaris in dienst. Steeds meer gezelschappen “maken ruimte voor een archivaris” in hun team (Schatbewaarders – Theaterkrant). Zo heeft Nationale Opera & Ballet (NL) een vaste archivaris, die samen met vrijwilligers het complete archief heeft gedigitaliseerd (Schatbewaarders – Theaterkrant). Dit archiefsysteem (Axiell) omvat beelden en data van zestig jaar opera- en balletproducties, en fungeert als een interne bibliotheek waarin collega’s kunnen opzoeken wie wanneer in welke voorstelling danste, welk orkest speelde, hoe een kostuum eruitzag, enzovoort (Schatbewaarders – Theaterkrant) (Schatbewaarders – Theaterkrant). Andere gezelschappen kiezen ervoor hun archief(materiaal) na verloop van tijd over te dragen aan erfgoedinstellingen. In Vlaanderen nemen het Letterenhuis en CEMPER (Centrum voor Muziek- en Podiumerfgoed) regelmatig archieven van gezelschappen en makers op in hun depot (Theaterarchieven in het Letterenhuis | Letterenhuis) (Theaterarchieven in het Letterenhuis | Letterenhuis). Zo kwam recent het archief van de theatergroep De KOE (70 archiefdozen, geordend per productie) in het Letterenhuis terecht (Theaterarchieven in het Letterenhuis | Letterenhuis), evenals het archief van een poppentheater dat ooit als amateurgezelschap begon in de jaren ’70 (Poppentheater Schokkeljoen/UItima Thule) (Theaterarchieven in het Letterenhuis | Letterenhuis). Dergelijke overdrachten zorgen ervoor dat ook erfgoed van vrijwilligersinitiatieven en liefhebberstoneel bewaard blijft in een professionele omgeving. Lokale amateurtheaters zelf hebben zelden de middelen voor een omvangrijk archief, maar vaak zijn er gepassioneerde leden die fotoboeken, affiches en programmablaadjes bijhouden. Soms vinden deze collecties na jaren hun weg naar een lokaal archief of erfgoedcel, of worden ze gedoneerd aan centrale archieven wanneer de groep ermee stopt.
Uitdagingen bij het bewaren van podiumkunsten
Het opzetten en onderhouden van een archief brengt flinke uitdagingen met zich mee, zeker voor kleinere gezelschappen en vrijwilligersgroepen. Middelen en expertise vormen een eerste drempel. Archiveren is tijdrovend en vereist kennis van ordening, bewaring en eventueel digitalisering – zaken waarin kunstenaars of vrijwilligers niet altijd geschoold zijn. In Vlaanderen is het echter wel een verplichting voor organisaties die structureel gesubsidieerd worden onder het Kunstendecreet om zorg te dragen voor hun archief (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Hierdoor groeit het besef dat men hierin moet investeren. Toch hebben veel groepen moeite om archiefzorg in hun werking in te passen “bij tijdsgebrek en beperkte kennis” (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Zonder toegewijd personeel raakt archiefmateriaal al snel versnipperd over kasten, kelders en laptops van collega’s (Schatbewaarders – Theaterkrant). Zo merkte men bij ITA (Amsterdam) dat het archief “verspreid lag” op allerlei plekken, wat aanleiding was om een archivaris een overzichtelijk archiefplan te laten opstellen (Schatbewaarders – Theaterkrant).
Infrastructuur en opslag vormen een tweede uitdaging. Fysieke stukken moeten onder geschikte omstandigheden worden bewaard (droog, donker, klimaatstabiel), en digitale bestanden vereisen onderhoud om bitrot en veroudering van formaten te voorkomen. Er dreigt een “audiovisueel en digitaal zwart gat” als oudere dragers (videobanden, floppy disks, etc.) onleesbaar worden (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Gezelschappen moeten tijdig videobanden laten overzetten en digitale bestanden migreren naar nieuwe formaten. Organisaties als meemoo verlenen hier ondersteuning: zij helpen bij het digitaliseren en migreren van audiovisuele dragers en bestanden (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Meemoo bundelt tevens digitaal erfgoed in platforms als The Archive en Europeana, zodat data duurzaam opgeslagen en toegankelijk blijven. Een recent knelpunt is ook het clearen van rechten op videoregistraties. Professionele gezelschappen konden tijdens de coronapandemie relatief snel hun archiefopnames online delen, omdat zij vaak rechtstreeks afspraken met kunstenaars in contracten over registratie en gebruik (Theaterzalen als archief: hoe vul je de leemte? - Project TRACKS). Publieke archiefinstellingen hebben doorgaans meer moeite: zij zijn niet de oorspronkelijke producent en moeten dus extra stappen zetten om toestemming te krijgen van rechthebbenden (Theaterzalen als archief: hoe vul je de leemte? - Project TRACKS). Strenge auteursrechtenwetgeving beperkt soms het toegankelijk stellen van opgenomen voorstellingen (Theaterzalen als archief: hoe vul je de leemte? - Project TRACKS). Hier wringt het dat theaterhuizen hun eigen geschiedenis makkelijker online kunnen brengen dan erfgoedinstellingen dat kunnen, al wordt gezocht naar oplossingen en harmonisatie, mede door een lopende EU-auteursrechthervorming (Theaterzalen als archief: hoe vul je de leemte? - Project TRACKS).
Daarnaast is er de selectieproblematiek: wat bewaar je, en wat kun je – met pijn in het hart – wegdoen? Gezien de overvloed aan digitaal materiaal (denk aan iedere e-mail of videoregistratie), is keuzes maken noodzakelijk. Daarbij helpt een systematische aanpak. Experts raden aan onderscheid te maken tussen materiaal van het creatieve proces (tekstversies, repetitiefoto’s, concepttekeningen) en documenten van zakelijke of productionele aard (contracten, begrotingen, technische fiches) (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Richtlijnen, zoals een door Podiumkunst.net opgestelde “quick start” brochure voor archiveren, geven gezelschappen handvatten om hun materiaal te ordenen en prioriteiten te stellen (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Het gevaar van té sentimenteel kijken naar het eigen archief is dat men alleen hoogtepunten bewaart en de rest laat versloffen. Professionele archivarissen hanteren daarom een nuchtere blik: alles systematisch registreren, zodat ook ogenschijnlijk triviale stukken behouden blijven die later van waarde kunnen blijken (Schatbewaarders – Theaterkrant).
Tot slot is er de inherente vergankelijkheid van een live kunstvorm: een archief kan nooit de volledige ervaring van een opvoering vangen. Dit is een filosofische uitdaging – het besef dat het archief altijd een afspiegeling en interpretatie is, geen vervanging van de performance. In de academische discipline Performance Studies wordt dit uitgebreid bediscussieerd. Waar de één stelt dat een dansstuk eigenlijk alleen “leeft” zolang het wordt gedanst en anders verdwijnt, beschouwen anderen het dansende lichaam zelf als een archief dat kennis doorgeeft (Postprint : author's final peer-reviewed version). Choreografen als Pina Bausch en Merce Cunningham hebben daarom hun repertoire laten noteren, filmen én via hun dansers doorgeven aan nieuwe generaties – een meervoudige archiveringsstrategie die zowel menselijk geheugen als media inzet. De praktische archiefzorg staat dus steeds in dialoog met de vraag hoe je iets vluchtigs zinvol kunt vastleggen.
Cultureel geheugen, continuïteit en educatie
Waarom al die moeite voor bewaring? Omdat een goed onderhouden archief een collectief cultureel geheugen creëert. Het maakt onze theater- en dansgeschiedenis tastbaar en doorzoekbaar, voor zowel het publiek, onderzoekers als de makers zelf. Regisseur Hans Croiset noemde een archief “het fundament voor de toekomst” en benadrukte het belang voor het besef van onze theaterhistorie (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Archieven zorgen ervoor dat baanbrekende voorstellingen of evoluties in de podiumkunsten niet verloren gaan, maar beschikbaar blijven om uit te leren. In Vlaanderen kan men dankzij het VTi-archief in het Letterenhuis bijvoorbeeld van elke voorstelling (hoe klein ook) de aankondiging en recensies terugvinden (Theaterarchieven in het Letterenhuis | Letterenhuis) – een goudmijn voor theaterhistorici en scriptiestudenten. Ook danscritici en historici halen nieuwe inzichten uit oude archiefstukken of tijdsdocumenten; zo kunnen vroege stukken die mythische status kregen met een kritische blik worden herbekeken aan de hand van oorspronkelijk materiaal (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER).
Daarnaast biedt een archief artistieke continuïteit. Makers gebruiken hun eigen archief om op voort te bouwen. Een mooie case is opnieuw Hans Croiset: hij hield decennialang een persoonlijk werkarchief bij (gestimuleerd door toneellegende Ko van Dijk die hem leerde alles in plakboeken te bewaren) en schonk dit later aan het Theatercollectie-archief (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Croiset getuigde dat hij zijn archief actief inzette om nieuwe regies voor te bereiden en om eigen vroegere en nieuwe ensceneringen met elkaar te vergelijken (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Zo wordt het archief een bron van creatieve inspiratie en vakkennis, niet louter een museum van het verleden. Ook Marit Adriaanse, archivaris bij de Ulrike Quade Company, benadrukt dat een archief niet alleen dient om achterom te kijken, maar ook “voor toekomstig gebruik … en om artistiek onderzoek te doen” (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Repertoiregezelschappen halen praktisch voordeel uit goed gedocumenteerde dossiers: ITA kan dankzij de gedigitaliseerde en genoteerde scripts een stuk jaren later probleemloos hernemen en zo een nieuwe generatie laten kennismaken met hun klassiekers (Schatbewaarders – Theaterkrant). Bij Nationale Opera & Ballet merkte men dat hun publiek het geweldig vindt om via social media historische foto’s en beelden te zien; door het archief te ontsluiten kon de fancommunity betrokken worden bij het verleden van het huis (Schatbewaarders – Theaterkrant). Een archief maakt het eenvoudiger om tijdens jubilea te laten zien wat een gezelschap door de jaren heeft gepresteerd en hoe het zich heeft ontwikkeld (Schatbewaarders – Theaterkrant). Op die manier versterkt het de identiteit en legitimatie van de groep naar de buitenwereld. “Als je je bestaan wilt vastleggen en beklinken, is een archivaris heel nuttig,” zegt Lenny Gerdes van Nationale Opera & Ballet (Schatbewaarders – Theaterkrant). Het zorgt ervoor dat de erfenis van het gezelschap niet vervliegt.
Naast makers en publiek plukken ook educatie en onderzoek de vruchten. Steeds meer archieven worden (deels) digitaal toegankelijk, wat leerkrachten en studenten toelaat om theater- en dansgeschiedenis actief te ontdekken. In Vlaanderen is er Het Archief voor Onderwijs, waar leerkrachten vele integrale voorstellingen van Vlaamse gezelschappen kunnen vinden en in de klas kunnen tonen (Meer theatervoorstellingen in de klas? Ga op zoek op hetarchief.be!). Zo krijgen jongeren de kans om registraties van beroemde opvoeringen te bekijken, al dan niet in combinatie met lesmateriaal. Universiteiten en kunstopleidingen sturen hun studenten naar archieven voor onderzoek: unieke archiefstukken zoals regieboekjes vol aantekeningen of kostuumontwerp-schetsen geven een inkijk in hoe theater en dans gemaakt werden (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Ze maken abstracte theorie concreet en inspireren nieuwe makers. Het artistieke geheugen dat in archieven schuilt, werkt zo continu door in opleiding en creatie.
Erfgoedinstellingen en ondersteunende netwerken
Gelukkig staan gezelschappen er niet alleen voor. In zowel Vlaanderen als Nederland is een netwerk van erfgoedinstellingen, musea en ondersteunende organisaties actief die de archivering van podiumkunsten versterken. Een belangrijke speler in Vlaanderen is CEMPER (Centrum voor Muziek- en Podiumerfgoed). CEMPER adviseert dans- en theatergezelschappen bij archiefzorg en hielp samen met partners (meemoo, PACKED, enz.) het platform TRACKS op te richten (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). TRACKS (Toolbox & Richtlijnen voor Archief- en Collectiezorg in de Kunstensector) is een website boordevol tips en tricks voor het beheren van artistieke archieven (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Daarop staan tal van praktijkvoorbeelden uit Vlaanderen en Nederland. Zo wordt uit de doeken gedaan hoe choreograaf Ugo Dehaes de ordening van zijn dansarchief aanpakte, of hoe het gezelschap Damaged Goods de videoregistraties van hun voorstellingen beheert (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Deze casestudies helpen anderen op weg. Gezelschappen kunnen met al hun vragen ook direct bij CEMPER aankloppen voor advies of doorverwijzing (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Meemoo, het Vlaams instituut voor media-archivering, speelt zoals vermeld een cruciale rol in het digitaliseren van audio- en video-opnames en het beheren van digitale collecties (Wie is er bang van het archief? Mogelijkheden en ondersteuning | CEMPER). Meemoo verzorgt onder andere de bewaring van duizenden uren aan theater- en dansregistraties op haar servers en zorgt dat deze raadpleegbaar zijn voor de sector (bijvoorbeeld via meemoo.be of via specifieke platformen voor professionals en onderwijs). In Brussel werkt het Kunstenpunt (vroeger Vlaams Theater Instituut) aan kennisdeling over performing arts, en beheert het bijvoorbeeld een bibliotheek en documentatie over actuele podiumkunsten.
In Nederland bestaat een vergelijkbare infrastructuur. De Theatercollectie (Allard Pierson/UvA) fungeert als nationaal archief voor theatererfgoed en is publiek toegankelijk – onderzoekers en geïnteresseerden kunnen materiaal opvragen en inzien in de studiezaal, of digitaal raadplegen (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant). Daarnaast zijn er initiatieven om gezelschapsarchieven proactief te ondersteunen. Kennisinstituut DEN (Digitaal Erfgoed Nederland) startte in 2020 een project om podiumkunstinstellingen te begeleiden bij archiefdoorlichting (DEN start traject archiefdoorlichting voor podiumkunstinstellingen). Veertien gezelschappen kregen een coach en workshops om hun eigen archief in kaart te brengen, betere ordeningssystemen op te zetten en een actieplan te maken voor duurzame archivering (DEN start traject archiefdoorlichting voor podiumkunstinstellingen) (DEN start traject archiefdoorlichting voor podiumkunstinstellingen). Ze leerden hoe je je archief inventariseert, wat je al tijdens het productieproces kunt verzamelen, hoe je externe hulp inschakelt (bijv. waar VHS banden te laten digitaliseren of waar een oud archief onder te brengen) (DEN start traject archiefdoorlichting voor podiumkunstinstellingen). Dit soort trajecten met financiële ondersteuning verlagen de drempel voor (middelgrote) gezelschappen om serieus met archivering aan de slag te gaan (DEN start traject archiefdoorlichting voor podiumkunstinstellingen). Ook lokale initiatieven, zoals stadsarchieven en bijzondere collecties (bv. het Theatermuseum in Amsterdam, of regionale erfgoedcentra), nemen soms delen van podiumkunstenarchieven op en organiseren tentoonstellingen die dit materiaal ontsluiten.
Op Europees niveau wordt de verbinding gelegd tussen al deze collecties. Projecten als ECLAP (European Collected Library of Artistic Performance) hebben ervoor gezorgd dat de collecties van belangrijke Europese podiumkunstarchieven online beschikbaar kwamen (ECLAP | Europeana PRO). Via het ECLAP-portaal en Europeana – de digitale bibliotheek van Europa – zijn talloze objecten uit theater- en dansarchieven doorzoekbaar: van foto’s en decorontwerpen tot video’s en manuscripten (ECLAP | Europeana PRO). Deze internationale ontsluiting benadrukt de waarde van lokaal archiefwerk: een kleine theateraffiche uit een Vlaams dorp kan ineens opduiken in een Europese tentoonstelling over theatergeschiedenis, omdat het gedigitaliseerd en gedeeld is. Organisaties als Europeana werken ook aan gestandaardiseerde metadata voor podiumkunsten, zodat archieven uit verschillende landen beter op elkaar aansluiten (Representing performing arts metadata in EDM | Europeana PRO). Daarnaast biedt internationale uitwisseling inspiratie: het Dansmuseet Stockholm werd al genoemd als voorbeeld van hoe dans erfgoed beheerd kan worden; op vergelijkbare wijze bestaat er een Music and Theatre Library of Sweden, en in Londen heeft het V&A Museum een grote Theatre & Performance Collection. Zulke instituten tonen hoe het bewaren van decors, kostuums en voorstellingsregistraties een breed publiek kan aanspreken en bijdragen aan het cultureel geheugen over landsgrenzen heen.
Conclusie
Archivering in de podiumkunsten is een complex maar lonend proces. In het Nederlandstalig gebied zien we een groeiend bewustzijn bij zowel professionele gezelschappen als amateurverenigingen dat hun artistieke nalatenschap waardevol is en zorg vereist. Met inventiviteit en ondersteuning weten steeds meer theaters en dansers de kloof tussen het efemere moment en het duurzame geheugen te overbruggen. Of het nu een groot opera-archief is dat tot in detail wordt gedigitaliseerd door een toegewijd team (Schatbewaarders – Theaterkrant), of een vrijwilligersgroep die haar plakboeken overdraagt aan het lokale archief, elk initiatief draagt bij aan het rijk geschakeerde verhaal van de podiumkunsten in Vlaanderen en Nederland. Dankzij samenwerkingen met erfgoedinstellingen, digitale innovatie via meemoo en Europeana, en theoretische kaders uit de Performance Studies die nieuwe vormen van bewaren omarmen, ontstaat een steeds steviger infrastructuur voor het behoud van deze levende kunsten. Zo wordt het vluchtige toch niet verloren: het wordt onderdeel van ons gedeelde geheugen en een inspiratiebron voor de toekomst (Een archief als fundament voor de toekomst. Over archivering van het niet-tastbare – Theaterkrant) (Schatbewaarders – Theaterkrant).